matera

Minimumdoelen 2e graad (dubbele finaliteit)

8.1 (DA) De leerlingen bouwen een historisch referentiekader op met structuurbegrippen, scharnierpunten en kenmerken eigen aan de middeleeuwen en vroegmoderne tijd.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.2 (DA) De leerlingen lichten verbanden toe tussen de maatschappelijke domeinen voor westerse en niet-westerse samenlevingen uit de middeleeuwen en vroegmoderne tijd.

8.3 (DA) De leerlingen lichten kenmerken toe van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen uit de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.4 (DA) De leerlingen vergelijken kenmerken van bestudeerde samenlevingen in eenzelfde periode en tussen periodes.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.5 (DA) De leerlingen vergelijken de courante westerse periodisering met andere periodiseringen in tijd en ruimte.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.6 (DA) De leerlingen analyseren kritisch historische bronnen met betrekking tot de bestudeerde periodes in functie van een historische vraag.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.7 (DA) De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen met betrekking tot de bestudeerde periodes en historische redeneerwijzen.

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.8 (DA) De leerlingen lichten de invloed toe van hun eigen standplaatsgebondenheid en die van anderen op historische beeldvorming met betrekking tot de bestudeerde periodes

Voorbeelden voor deze eindterm:

8.9 (DA) De leerlingen lichten betekenissen toe die men geeft aan historische fenomenen uit de bestudeerde periodes.

Voorbeelden voor deze eindterm: