De Spaanse furie
1. Welk doel streef je na?
Leerlingen beoordelen de betrouwbaarheid van een historische getuigenis over de Spaanse furie.
Leerlingen identificeren de Spaanse furie als een plundering of als een strategische politieke zet vanuit een historische bron.
Leerlingen bouwen vanuit een historische bron een argumentatie op over de beeldvorming van de Spaanse furie.
2. Over welk thema of onderwerp gaat de les?
Dit materiaal werd ontwikkeld door oud-studente Selien Vermeiren binnen haar laatstejaarsstage op het Sint-Jan Berchmansinstituut te Puurs. Deze bron werd gebruikt in een lessenreeks over eenheid en scheiding der Nederlanden in een 4e jaar secundair onderwijs. Les 1 van de lessenreeks focust op de centralisatiepolitiek van keizer Karel en Filips II. In een vervolgles komt de opstand met de Spaanse furie als concreet feit binnen de Tachtigjarige oorlog aan bod.
Deze lessenreeks werd opgebouwd op basis van de methode Memoria 4 met volgende verwijzing: Boelens, S., Geuens, K., et. al. (2015). Memoria 4 Handboek. Kalmthout: Uitgeverij Pelckmans.
3. Aan welke deelcomponent(en) van historisch denken wordt er gewerkt tijdens de les(fase)?
4. Hoe bouw je de lesfase op?
In deze les wordt onderzocht wie in opstand kwam tegen het centralisatiestreven van de Habsburgse vorsten en hoe de verschillen groeiden tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog. Verschillende gebeurtenissen binnen de Tachtigjarige oorlog komen aan bod en worden door leerlingen in een chronologische volgorde gerangschikt, iets wat past binnen de deelcomponent orde aanbrengen in het verleden. Focus van deze oefening is echter om een van deze gebeurtenissen – de Spaanse furie – diepgaander te gaan bekijken via een bronnenstudie: Bronnenonderzoek – De Spaanse furie. Leerlingen passen de historische kritiek toe op de bron en onderzoeken aan de hand van de bron welk beeld van de Spaanse furie er in het verleden gecreëerd werd.
Er is echter ook een andere aanpak mogelijk. Zo gebruikte Selien Vermeiren deze oefening in haar stage als differentiatie naar tempo. Leerlingen die sneller klaar waren met een eerdere lesopdracht, kregen deze bronoefening als extra uitdaging. 4/5 van de klas heeft de oefening gemaakt.
5. Waarom werk je zo aan Historisch denken?
In de bronoefening worden de drie stappen van de deelcomponent historische bronnen onderzoeken doorlopen, waarbij vanuit een verkenning van de inhoud uit de bron en informatie over de bron, een beoordeling van de betrouwbaarheid van de bron wordt gevraagd. Ten slotte wordt deze informatie gebruikt om de historische vraag te beantwoorden. Bij deze laatste stap wordt van de leerlingen verwacht een argumentatie te geven voor hun conclusie. Hiermee wordt ook de deelcomponent argumenteren van het historisch denken getraind.
De oefening komt voort uit een basisoefening die oud-studenten Andres Verstrepen en Selien Vermeiren hebben ontworpen waarin voor elk van de drie stappen in de deelcomponent ‘historische bronnen onderzoeken’ een reeks vragen zijn opgelijst die binnen een bronstudie kunnen worden gebruikt. De leerkracht selecteert in het sjabloon (Bronnenonderzoek basisversie) die vragen die relevant zijn voor de bronstudie die hij/zij wil aanbieden en past de vragen indien nodig aan de context aan. Door steeds vanuit hetzelfde sjabloon te werken, is voor leerlingen continuïteit zichtbaar in de manier waarop historische bronstudie wordt aangeboden en aangepakt in hun lessen geschiedenis.
Daarnaast biedt deze bron ook mogelijkheden om structuurbegrippen zoals oorzaak, aanleiding en gevolg in te oefenen.