Ontdekkingsreis Columbus: structuurbegrippen gebruiken en inleven

1. Welk doel streef je na?

Leerlingen onderscheiden oorzaak van gevolg binnen een gegeven historische bron.

Leerlingen onderscheiden bedoelde van onbedoelde gevolgen aan de hand van een gegeven historische bron.

Leerlingen evalueren de (bruikbaarheid en) betrouwbaarheid van een gegeven historische bron in het licht van de historische vraag.

Leerlingen leven zich in het perspectief van een deelnemer van de ontdekkingsreis van Columbus in.

Leerlingen analyseren de invloed van het ingenomen perspectief in historische beeldvorming over de ontdekkingsreis van Columbus.

 


2. Over welk thema of onderwerp gaat de les?

Deze lesfase past binnen een lessenreeks over de ontdekkingsreizen, specifiek die van Columbus, waarbij inhoud over motieven en doel van de reis reeds gezien zijn. Deze lesfase vertrekt vanuit een concrete historische bron, een dagboekfragment van Columbus, om leerlingen te laten inleven en te oefenen op structuurbegrippen. Een mogelijke historische vraag hierbij is: hoe verliep de tocht over de Atlantische Oceaan van Columbus?


3. Aan welke deelcomponent(en) van historisch denken wordt er gewerkt tijdens de les(fase)?


4. Hoe bouw je de lesfase op?

Wat voorafging
In een eerdere les of lesfase werden de figuur Christoffel Columbus, zijn motieven voor het ondernemen van de ontdekkingsreis en het doel van de Spaanse kroon voor het financieren van deze reis besproken. Wanneer we de chronologie volgen, dan is de expeditie van Columbus vertrokken en kan volgende historische vraag worden voorgelegd: hoe verliep de tocht over de Atlantische Oceaan van Columbus?
In de uitwerking van deze lesfase wordt ervan uitgegaan dat leerlingen vanuit hun voorkennis weten dat Columbus Amerika zal ‘ontdekken’.

Fase 1:

Leerlingen lezen de brontekst Columbus, een dagboekfragment van Columbus.
Wanneer je hier een grondige, stapsgewijze bronstudie van wil maken, kan je als volgt te werk gaan:

Stap 1: informatie verzamelen over de bron:

    • Wat voor soort bron is dit?
    • Wie is de auteur van de bron?
    • Waar en wanneer werd de bron geschreven?
    • Met welk doel schreef de auteur de bron?

Stap 2: informatie verzamelen uit de bron:

    • Als je kijkt naar de data in de bron: hoe lang zijn Columbus en zijn team dan al onderweg?
    • Met welk probleem kampten ze?
    • Hoe reageerde de crew van de expeditie op dit probleem?

Stap 3: informatie uit en over de bron interpreteren:

    • Optioneel: hoe bruikbaar is deze bron voor het beantwoorden van de historische vraag?
    • Hoe betrouwbaar is deze bron voor het beantwoorden van de historische vraag? Welke redenen zou Columbus gehad kunnen hebben om niet helemaal de waarheid neer te schrijven?
    • Beschrijf de oorzaak-gevolg-situatie die in deze bron beschreven wordt. (Als hulpmiddel of ter differentiatie kan hiervoor een schema of een schrijfkader worden aangeboden.)
    • Was deze situatie een bedoeld of onbedoeld gevolg van de expeditie van Columbus?

Om vooruit te blikken op het vervolg van de reis en bedoelde/onbedoelde gevolgen verder in te oefenen, kan je volgende twee vragen toevoegen:

    • Welk land bedoelt Columbus met ‘het land dat wij wouden vinden’?
    • Gebruik je voorkennis om volgende zin aan te vullen: Het doel van Columbus was … In de plaats daarvan bereikte hij echter … en ontdekte daarmee een voor de Europeanen nieuwe wereld. Dat was een bedoeld/onbedoeld (schrap wat niet past) gevolg van zijn ontdekkingsreis.

Stap 4: informatie en interpretatie gebruiken om de historische vraag te beantwoorden

    • Besluit: beantwoord de historische vraag, nl. hoe verliep de tocht over de Atlantische Oceaan van Columbus?

Vanzelfsprekend kan je deze bronstudie inkorten of uitbreiden, afhankelijk van de tijd en ruimte, de beginsituatie van je klas en je concrete lesdoelen.

Fase 2
In een volgende stap is het doel leerlingen te laten inleven door hen zelf een gelijkaardig dagboekfragment te laten schrijven. De instructies daarvoor kan je zo open of gesloten maken als je zelf wil. Je kan leerlingen de keuze geven tussen verschillende opties of zelf kiezen uit volgende mogelijkheden:
– laat leerlingen een realistisch vervolg schrijven op het dagboekfragment uit de bron, vanuit het perspectief van Columbus;
– laat leerlingen hetzelfde dagboekfragment schrijven vanuit een ander perspectief, bv. dat van een matroos aan boord van het schip van Columbus;
– …

Het kan interessant zijn om in de klas verschillende perspectieven toe te laten. Als nabespreking kan je leerlingen vervolgens bewust maken van de invloed van het perspectief van een auteur op het historische beeld dat hij/zij schetst in de bron.


5. Waarom werk je zo aan Historisch denken?

In de historische context plaatsen: dit komt vooral tot uiting in de inleefoefening waarbij leerlingen zelf een dagboekfragment schrijven. Door daarbij bewust een specifiek perspectief in te nemen (+ met behulp van een nabespreking door de leerkracht) oefenen ze het concept standplaatsgebondenheid in, of hoe het perspectief van waaruit de bron geschreven is een impact heeft op de historische beeldvorming in de bron.

Structuurbegrippen gebruiken: door in de bronbevraging gebruik te maken van begrippen als oorzaak, gevolg, bedoelde en onbedoelde gevolgen, oefenen leerlingen deze structuurbegrippen in.

Historische bronnen onderzoeken: de gehele lesfase is opgebouwd vanuit een historische bron, die je meer of minder diepgaand kan bestuderen. De bron kan ofwel gebruikt worden om informatie uit af te leiden, of kan aan een historisch-kritische analyse en interpretatie worden onderworpen. Om goed tot de einddoelen van deze oefening te komen, is het essentieel dat de opgesomde structuurbegrippen (zoals oorzaak en gevolg) hierbij worden gebruikt.